Bereiden

1. Breng de wijn met de sjalot, laurier en 1 takje tijm aan de kook.
2. Laat tot de helft inkoken en giet boven een pan door een fijne zeef.
3. Giet de room bij de gezeefde wijn en kook nog een paar minuten. Houd apart.
4. Snijd de aubergine in plakken van 1 cm en snijd deze in blokjes van 1 cm.
5. Verwijder de zaadlijsten van de tomaten en snijd het vruchtvlees in kleine blokjes.
6. Snijd de bleekselderij in de lengte 4 keer door en snijd in kleine blokjes.
7. Schep de sinaasappelrasp en 1 eetlepel olijfolie door de bleekselderij.
8. Dep de vis droog met keukenpapier en bestrooi met zeezout en (witte) peper.
9. Verhit 4 eetlepels oijfolie en bak hierin de aubergineblokjes op middelhoge stand rondom bruin.
10. Voeg de knoflook toe en bak 1 minuut mee.
11. Voeg de tomatenpuree en tomatenblokjes toe en bak nog enkele minuten.
12. Schep de kappertjes erdoor en breng op smaak met zout en peper.
13. Verhit de rest van de olie en bak hierin de kabeljauw circa 6 minuten op een lage stand.
14. Verwarm intussen de roomsaus langzaam opnieuw tot het kookpunt.
15. Giet in een mengbeker, voeg de boter toe en klop met een staafmixer tot een schuimige saus.
16. Keer de vis in de laatste minuut nog even om en bak op de andere kant.
17. Verdeel de caponata over warme borden en leg er een stuk kabeljauw op.
18. Bestrooi met de blokjes bleekselderij en garneer met tijm.
19. Serveer de roomsaus bij de vis.