Bereiden

1. Bereid de taart met de eieren en 50 ml water volgens de aanwijzingen op de verpakking. Voeg de helft van de rasp van de sinaasappels toe aan het beslag. Gebruik je een kleinere, hoge springvorm van 18 cm ø voor een hoger resultaat, bak de taart dan langer (in circa 45 minuten) in het midden van de oven gaar. Laat de taart helemaal afkoelen.
2. Maak in een steelpan de karamelsaus. Verhit hiervoor 30 ml water en de suiker op een lage stand. Roer niet, maar beweeg de pan af en toe rond. Verwarm als de suiker begint te verkleuren in een andere steelpan de roomboter, 75 ml slagroom en wat zout tot de boter gesmolten is. Breng niet aan de kook. Voeg het roommengsel voorzichtig al roerend toe aan de karamel wanneer deze een dieporanje kleur heeft. Laat al roerend nog 3 minuten zachtjes koken. Schakel de warmtebron uit en laat afkoelen tot verder gebruik.
3. Klop voor de roomvulling 250 gram mascarpone met 100 ml slagroom, de rest van de sinaasappelrasp, 2 eetlepels karamelsaus en 1 zakje klopfix met de mixer tot een luchtig en stevig mengsel.
4. Snijd de biscuittaart overlangs in 3 lagen, waardoor je 3 dunne taarten hebt. Besmeer 2 van de biscuitlagen elk met de helft van de geklopte slagroom, spuit er wat karamelsaus over en verdeel over elke laag de helft van de noten. Stapel de lagen biscuit op elkaar en eindig met de ‘kale' biscuitlaag.
5. Klop voor de buitenlaag de rest van de mascarpone met de rest van de slagroom en 1 zakje klopfix met de mixer tot een luchtig en stevig mengsel.
6. Besmeer de buitenkant met deze roomlaag en gebruik een deegschraper of een pannenkoekenspatel om de laag zo strak mogelijk aan te brengen.
7. Spuit wat extra karamel op de bovenkant ter garnering. Laat voor een feestelijk effect de karamel langs de randen druppen. Oefen eerst op iets anders. Loopt de karamel te snel naar beneden? Laat de saus dan wat verder afkoelen. Loopt de karamel te langzaam naar beneden? Leg dan in een bakje water zodat de saus wat vloeibaarder wordt.