rose

Rosé

Vrolijk, lichtvoetig en verrassend breed inzetbaar

Rosé is een categorie waarvoor je in the mood moet zijn. Sommige wijndrinkers zijn altijd wel in voor een glas rosé, maar de meesten trekken hem pas open als ze slippers aan hun voeten hebben. Rosé is niet alleen dorstlessend fris, maar kan culinair ook verrassend goed uit de hoek komen. Ontdek het zelf.

Wat is rosé?

rose

Qua wijnmaken zit rosé tussen rode en witte wijn in. Rosé wordt over het algemeen gemaakt van blauwe druiven. Dezelfde druiven waar je ook rode wijn van kan maken. Bij rode wijn kiest de wijnmaker ervoor om het druivensap enkele weken in contact te brengen met de schillen, die de kleur afgeven aan het sap. Bij rosé duurt dit proces maar een dag of soms zelfs maar een paar uur. Vervolgens wordt de wijn verder gemaakt alsof het een frisse witte wijn is. Met zo weinig mogelijk contact met zuurstof, om een zo fruitig mogelijke wijn te krijgen. Het leuke is dat je rosé culinair perfect kan inzetten als je niet weet of je rood of wit moet schenken. Surf & turf-spiezen? Thaise biefstuksalade? Of vitello tonnato toastjes? Het antwoord laat zich makkelijk raden: rosé!

Wat proef je in rosé?

Het bijzondere van een rosé is dat je er zowel aroma’s in kan proeven die je kent van soepele rode wijnen, als tonen die je herkent in frisse witte wijnen. Denk maar eens aan licht rood zomerfruit in de vorm van aardbeien, frambozen en aalbessen. Maar ook perzik, meloen en grapefruit. Rosé is altijd verfrissend, maar heeft ook een bite. In tegenstelling tot wat veel mensen zeggen, is de kwaliteit van een rosé niet af te meten aan de kleur. Per slot van rekening wordt deze alleen bepaald door de duur van het schilcontact. Tegenwoordig zijn bleekroze rosé wijnen in de mode. Naar goed voorbeeld van de Rosé de Provence. Maar ook rosé met een wat donkerdere kleur is culinair breed inzetbaar. Van vissoep tot salade en van sushi tot vegaburger. Met rosé kun je alle kanten op.

Verschillende soorten rosé

Een rosé maak je normaalgesproken door het sap van blauwe druiven op te voeden alsof het een witte wijn is. Een andere methode is de saignée methode. Letterlijk betekent dit ‘bloeden’. Bij het maken van een rode wijn, laat de wijnmaker een deel van het druivensap afvloeien. Hierdoor krijgt het restant extra geconcentreerd schilcontact. De rosé is bij deze methode een restproduct. Een andere populaire manier om rosé te maken is ‘blush’. Deze lichtroze gekleurde rosé wordt meestal gemaakt van grenache-, zinfandel- of pinot grigio-druiven. In het geval van de laatste druif is deze roze tot rood gekleurd van zichzelf. Dat geeft wat kleur af aan de uiteindelijke wijn.

Voorbeelden van rosé:

  • Sensas Grenache-Syrah Rosé
  • Park Villa Rosé
  • MIMI en Provence Rosé
  • Vega Libre Rosado

Is rosé zoet of droog?

Rosé kan zoet of droog zijn. Het verschil tussen zoete rosé en droge rosé gaat om de hoeveelheid suiker die in de wijn zit. Bij droge rosé wordt tijdens het vergisten alle suiker omgezet in alcohol. Dit zorgt ervoor dat de wijn niet zoet is. Bij zoete rosé blijven de restsuikers wel over. Een misvatting is dat lichte rosé zoet is en donkere rosé droog. De kleur van de rosé heeft te maken met hoe lang de schillen van de druif in de sap blijven zitten. Hoe langer de schillen van de druif in de versgeperste sap blijft zitten, hoe dieper de kleur van de rosé.

Rosé bewaren

Hoe bewaar je het beste rosé? Je kunt rosé het best snel opdrinken: de houdbaarheid van rosé is 1 tot 2 jaar. De wijnsoort wordt er namelijk niet beter van wanneer je de fles lang bewaart. Als de fles rosé eenmaal geopend is, kun je rosé tot 5 dagen in de koelkast bewaren. Serveer rosé net als een witte wijn: gekoeld op 8-10 graden.