Voorbereiden

Meng de bloem met de suiker, gist en 10 gram zout in een grote kom. Splits 1 ei. Voeg het eiwit en het andere ei met 300 ml water toe aan het bloemmengsel en roer goed door. Kneed circa 5 minuten, voeg de boter toe en kneed nog 5 minuten tot een elastisch, iets plakkerig deeg ontstaat. Maak een bol van het deeg en laat afgedekt circa 1 uur rijzen op een warme plaats. Kneed de wortel voorzichtig, maar goed door het deeg zodat de luchtbelletjes van de gist zich door het deeg verspreiden. Verdeel het deeg in 6 bolletjes en dek af met een vochtige theedoek. Laat nog circa 45 minuten rijzen.

Bereiden

1. Verwarm de oven voor op 160ºC. Haal een klein stukje deeg van elke bol af en rol hier staartjes van.
2. Rol de rest van het deeg in lange slierten. Maak van een derde van de sliert het kopje met de oren en maak het uiteinde van de oortjes puntig.
3. Rol de rest van iedere sliert op en leg met tussenruimte op de bakplaat. Plak de staartjes en kopjes met water vast aan de lijfjes.
4. Duw de rozijntjes als ogen in het deeg. Klop de eidooier los en bestrijk de haasjes ermee.
5. Bak de broodhaasjes in het midden van de oven in 15-20 minuten goudbruin. Laat afkoelen op een rooster.