Bereiden

1. Mix de boter met de suiker en zeef de bloem erboven. Voeg kaneel naar smaak en snuf zout toe en mix tot een kruimelig deeg. Voeg het ei toe en kneed snel tot een glad en samenhangend deeg. Voeg als het deeg te plakkerig is nog een beetje bloem toe. Verpak het deeg in folie en leg minimaal 30 minuten in de koelkast.
2. Snijd intussen de partjes appel in dunne plakjes en meng ze met een paar druppels citroensap, de suiker en rozijnen.
3. Verwarm de oven voor op 180ºC. Bestuif de ingevette springvorm met bloem. Snijd tweederde van het deeg in plakken en bekleed de springvorm ermee. Druk het deeg goed in de vorm. Snijd de amandelspijs in dunne plakjes en bedek de bodem ermee. Voeg de appelvulling toe en druk licht aan.
4. Snijd de randen bij tot aan de appelvulling en vorm van de deegresten repen om de bovenkant van de taart mee te bedekken. Bestrijk het deeg met ei en bestrooi met het amandelschaafsel. Bak de taart onder in de oven in circa 50 minuten gaar en goudbruin.